De 4 stoelpoten


Poot 1: Beschikbaarheid en aanwezigheid als randvoorwaarde

Herken je dit?

  • Je kind komt thuis en je maakt nog even de laatste regel af aan de app aan je vriendin.
  • Je kind vertelt je een verhaal… en nog een verhaal… en nog een detail ín dat verhaal en jij dwaalt stiekem af met je gedachten naar de boodschappen die je straks moet gaan halen.
  • Je gebruikt vage woorden aan je kind als ‘ik kom straks’ en ik maak nog ‘even’ dit af.

Deze poot gaat over oprechte aandacht aan je kind geven. Over zonder afleiding beschikbaar en aanwezig zijn in het leven van je kind. Het is onmogelijk en zeker niet de boodschap dat je gedurende de hele dag door in dienst moet staan van je kind. Het gaat erom dat je er bent op de belangrijke momenten, zoals overgangsmomenten zoals binnenkomen en weggaan.

Sta even stil en vraag jezelf eens af:⠀

– Weet jij wat je kind bezighoudt? Waar hij/zij blij van wordt? Waar hij bang voor is? Wat hij nodig heeft?⠀

– Wat je antwoord ook is op bovenstaande vragen: Het enige wat je hoeft te doen, om erachter te komen, is actief en met bewuste aandacht naar je kind te kijken en luisteren. Aanwezig zijn in zijn/haar leven. En beschikbaar zijn als hij/zij je nodig heeft.⠀

– Het Butskees-Basisboek rijkt jou talloze handvatten aan om die aanwezigheid en beschikbaarheid te vergroten. ⠀

MAAR…⠀

Toch geven wij jou graag alvast een tip mee, een oefening of noem het ongevraagd advies, dat je vanaf vandaag al kan gaan toepassen;⠀

– Tip: Neem altijd de tijd om de ander even te zien, tijdens een overgangsmoment, zoals bij binnenkomen of weggaan. Noem zijn/haar naam en/of maak even fysiek contact. Stel liever geen vragen, maar geef reflecties of spreek liefdevolle wensen voor de ander uit zoals ‘ik hoop dat je een gezellige dag hebt gehad’. Als de ander signalen geeft dat hij/zij open staat voor gesprek, kun je hierop doorvragen (en wat die signalen zijn en over reflecties, lees je natuurlijk meer in het Butskees-Basisboek).


Poot 2: De ander heeft altijd gelijk

Als je je gaat verdiepen in de binnenwereld van de ander, is het nodig om dit uitgangspunt volledig te omarmen. Je kan gewoonweg niet iemand zijn gevoel, mening, droom, fantasie, wens gaan ontkennen. Nooit. Punt.

Met de Butskees-methode ga je ervan uit dat ander mag voelen wat hij voelt, vinden wat hij vindt en denken wat hij denkt. Hoe hij die binnenwereld laat zien aan de buitenwereld, kan anders zijn dan hoe jij dat zou uiten. En ook dat is ok (mits dit binnen de geaccepteerde normen van veiligheid gebeurd natuurlijk).

Je accepteert de ander volledig voor wie hij is. dat laat je ook merken door aan te geven dat je zijn beleving respecteert. Je kan dat aan de ander duidelijk maken: jij bent ok, jij mag er zijn, met al je gedachten, gevoelens, wensen en behoeftes. Hoe? Daarover lees is meer in Deel IV De technieken.

Dat betekent overigens niet dat je het eens moet zijn met de ander. Net zoals de ander zijn gevoel, mening, wens en behoefte mag hebben, zo mag jij dat natuurlijk ook. Elkaar respecteren en laten zijn, zonder de ander te willen veranderen, maar met nieuwsgierigheid tegemoet treden, daarover gaat deze tweede poot.


Poot 3: Mentaliseren kun je leren

Mentaliseren kun je omschrijven als:

  • Ik voel mij…
  • Daarom doe ik…
  • Dat maakt dat jij … voelt.
  • En jij vervolgens … doet.
  • waardoor ik mij … voel.
  • (en herhaal)

Mentaliseren is dus het vermogen om te begrijpen waarom je voelt wat je voelt, denkt wat je denkt en doet wat je doet. En begrijpt waarom die ander voelt wat hij/zij voelt, denkt wat hij/zij denkt en doet wat hij/zij doet.

Wanneer het je lukt om je eigen gedachten, gevoelens en gedrag en ook die van anderen te begrijpen zul je zien dat je veel gemakkelijker in staat bent je gevoelens en gedrag op een prettige manier te uiten. Met als gevolg dat jij de ander ook beïnvloed op een prettige manier.


Poot 4: Verdragen is pijnlijk

Het verdragen van het ongemak van onze kinderen is één van de moeilijkste opgaven van het ouderschap. We doen er als ouders werkelijk alles aan om onze kinderen gelukkig te maken, tot onszelf wegcijferen en opofferen aan toe. Leerkrachten proberen een optimaal klassenklimaat te creëren. Behandelaren proberen op hun beurt een setting neer te zetten waarin het kind zich veilig voelt en openstelt.

Maar waar de groei zit bij onze kinderen, is juist bij het zich af en toe ‘niet gelukkig’ voelen. En te ontdekken dat je zelf je binnenwereld kan veranderen, bijvoorbeeld door anders te handelen. Om je gelukkig, kalm en energievol te voelen, is het ook nodig om je soms verdrietig, boos, verveeld, bang en geïrriteerd te voelen.